Psalm 109:2

SVWant de mond des goddelozen en de mond des bedrogs zijn tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong.
WLCכִּ֤י פִ֪י רָשָׁ֡ע וּֽפִי־מִ֭רְמָה עָלַ֣י פָּתָ֑חוּ דִּבְּר֥וּ אִ֝תִּ֗י לְשֹׁ֣ון שָֽׁקֶר׃
Trans.kî fî rāšā‘ ûfî-mirəmâ ‘ālay pāṯāḥû dibərû ’itî ləšwōn šāqer:

Algemeen

Zie ook: Tong (lichaamsdeel)

Aantekeningen

Want de mond des goddelozen en de mond des bedrogs zijn tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

כִּ֤י

-

פִ֪י

Want de mond

רָשָׁ֡ע

des goddelozen

וּֽ

-

פִי־

en de mond

מִ֭רְמָה

des bedrogs

עָלַ֣י

-

פָּתָ֑חוּ

zijn tegen mij opengedaan

דִּבְּר֥וּ

zij hebben met mij gesproken

אִ֝תִּ֗י

-

לְשׁ֣וֹן

tong

שָֽׁקֶר

met een valse


Want de mond des goddelozen en de mond des bedrogs zijn tegen mij opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!